sja-dor – grote zwarte mantel, dikwijls met gezichtssluier
champignons
sjam-pie-jons – eetbare paddenstoelen
chansonnier
sjan-so:n-jee – zanger van chansons (bepaald soort liederen, levensliederen)
chanteren
sjan-tee-run – het onwettig afdwingen van iets door bedreiging
chaoot
gaa-oot – warhoofd
chaotisch
gaa-oo-ties – verward, wanordelijk
charmant
sjar-mant – bekoorlijk
chips (eng.)
tjips – Engelse term voor patat (fish and chips)
chips (Ned.)
sjips – koude gebakken aardappelschijfjes
chocolade
sjoo-koo-laa-de – wit of bruin snoepgoed met veel cacao erin